Malakka, Ladang Geddes en Singapore
Eind december werd besloten dat de Nederlandse mariniers niet mochten aanmeren in Soerabaja, Java. Ze zouden een tijd moeten overbruggen op het Maleisisch Schiereiland, Malakka, 1.400km verderop. Deze uitdaging bood ook nieuwe mogelijkheden om als mariniers-eenheid te trainen en beter te worden.
Bestemming: gewijzigd
De mariniers kregen pas in de loop van december te horen dat zij niet naar hun initiële bestemming (Soerabaja) zouden afreizen. Gezien de situatie op Java, werd het niet gewenst geacht door het Geallieerd Commando. Met name Lord Mountbatten en de Britten waren er fel op tegen, vanwege de spanningen die hoog zouden (kunnen) lopen als de “voormalige kolonisatoren” terug zouden keren, terwijl Soekarno en de bevolking de onafhankelijkheid hadden uitgeroepen.
De Bersiap-periode
De Bersiap-periode, die plaatsvond in Nederlands-Indië na de Tweede Wereldoorlog, was een turbulente en heftige periode. Tijdens deze periode werden Indische-Nederlanders, Nederlanders maar ook Chinezen geconfronteerd met veel geweld, vaak gepleegd door zgn. Pemoeda’s, jongerenbendes die met geweld de onafhankelijkheid wilden verspoedigen en daarbij een spoor van dood en verderf achter hen liet (het rampokken). De brede onafhankelijkheidsbeweging, met name de Republik Indonesia, streefde naar het beëindigen van de Nederlandse koloniale overheersing.
De naam “Bersiap” is afgeleid van het Indonesische woord voor “klaar zijn” of “gereed zijn”. Dit weerspiegelt de sfeer van opkomend nationalisme en onafhankelijkheid die zich verspreidde na de Japanse bezetting van Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog.
(foto: eigendom Tropenmuseum)
Tussenstop Singapore
Op 15 januari komt de Bloemfontein aan bij Singapore en gaat op de rede liggen. Vlak daarvoor is een voedselvergiftiging uitgebroken waar 200 van de ruim 2.000 man last van hebben.
16 januari wordt begonnen met het ontschepen en lossen. Dit moest snel gebeuren, want er was een Brits schip op een mijn gelopen, en deze moest naar de kade in de haven waar de Bloemfontein lag.
Rubberplantage Ladang Geddes
De mariniers vertrekken in 4 groepen (van ca. 500 man) naar het vaste land, en gaan direct met de trein naar Malakka (250km verderop). Daar stappen ze over op trucks die ze naar een oude rubberplantage van Dunlop brengt. Deze plantage heet Ladang Geddes. Het complex ligt volledig afgelegen in de rimboe en is zo groot als een klein dorp. Het kamp op het terrein van de rubberonderneming was aanvankelijk nauwelijks leefbaar. Het bestond uit koeliehuisjes, schuren en opslagplaatsen. De mariniers maakten het terrein echt leefbaar en de aanwezigheid had een aanzuigende werking op lokale Chinezen en Maleisiërs. Dit leidde tot levendige handel in de vorm van kleine winkeltjes/tokootjes en eetgelegenheden.
KIJKTIP: Mariniers op Malakka
Begin 1946 is er een bioscoopjournaal gemaakt over de mariniers op Malakka. Het zijn unieke beelden en geven perfect weer hoe het reilen en zeilen er aan toe ging.
Time well spent
Het onverwachte verblijf in de jungle bood de mariniers ook de gelegenheid om zich beter voor te bereiden op toekomstige operaties in de jungle. Er werd vaker en meer in eenheid-verband met elkaar getraind: er werden oefen-kampongs gebouwd, en zo kon er op het ‘sweepen’ van kampongs worden geoefend. Uitrusting en wapens konden nu onder realistische omstandigheden getest worden en strategieën werden besproken. Er werden patrouilles gelopen, wacht gehouden, bruggen gebouwd, etc. Ook had deze periode een positieve uitwerking op de eenheden en op de wisselwerking van officieren, onderofficieren en manschappen.
Alle onderdelen van de MARBRIG hadden een eigen gebied op de plantage toegewezen gekregen waar zij als eenheid met elkaar leefden en werkten. Dus de onderlinge verbinding op compagnie-niveau (120 man) nam sterk toe.
Ook het tropische klimaat had een gunstige uitwerking. De mariniers konden aan het klimaat (de zon, de hitte, maar ook de stromende regen) acclimatiseren, het geluid en het leven van en in de jungle. Kokosnoten en bananen waren er in overvloed. Ook werd geoefend met jagen op zwijnen en slangen en werd geleerd om te gaan met muggen, ongedierte, malaria en ringworm.
Naar Soerabaja
Vanaf 18 februari wordt alles in gereedheid gebracht om de mariniers eindelijk naar Soerabaja over te brengen. Het kampement wordt opgebroken en alles wordt klaargemaakt voor de grote reis.
De reis van Malakka naar Singapore was naar verluid een grote ramp: de Britten veranderden telkens van bestemming en reisorders. Het beloofde transport en voedsel was ook flink ondermaats.
Van 22 tot 25 februari verblijven de mariniers in Camp Elim, bij Singapore, een oude, Britse legerplek. Onderstaande foto moet in die dagen gemaakt zijn.
25 februari gaan de mariniers aan boord van de ss Nieuw Amsterdam. 28 februari vertrekt deze.
Op 6 maart wordt de evenaar gepasseerd en op 8 maart komt de Nieuw Amsterdam aan in de Straat van Madoera. De haven van Soerabaja is niet diep genoeg om een schip van dit formaat (3.000 man aan boord, 36.000 ton) te herbergen. De aankomende dagen worden manschappen en materiaal overgezet op LST’s en naar de wal gebracht.
Bestemming bereikt
10 maart 1946. De mariniers zijn eindelijk in Soerabaja. De aankomende weken zullen zij Soerbaja wederopbouwen én omarmen als hun thuisstad, van waaruit zij worden ingezet in Oost-Java.
Lees verder Deel 3: maart 1946 e.v., Soerabaja, Java -
Het eerste jaar op Java. De mariniers vestigen zich “weer” in “hun” thuisstad Soerabaja, een stad in puin. Het eerste half jaar woedt een hevige guerillastrijd.
-
Met de ms Bloemfontein naar De Oost
De reis naar Indië
-
De tijd in Malakka & Singapore
Januari-februari 1946
-
Java 1946: Soerabaja e.o.
1946
-
Java 1947: de Politionele Acties en het afscheid van Java
1947