The Dutch Marines

De mariniers in LeJeune, NC

"Er zal worden opgericht een Marine-Regiment, groot ongeveer 5000 man, bestemd om deel te nemen aan de strijd tegen Japan. In verband hiermee zal in de USA worden besteld de nodige bewapening en uitrusting voor dit Marine-Regiment. Organisatie conform American marine-Corps zodat equipment volledig gelijk is. D.z.z. voorbereidingen getroffen en wordt aangenomen dat de Task Force zes maanden na vrijworden Nederland tegen Japan kan worden ingezet."

J. Th. Furstner 17 mei 1943 De Minister van Marine

Eindelijk in Amerika

De plek van aankomst is US Naval Station Norfolk, Virginia. Dat was de uitvalsbasis van de Amerikaanse vloot in de Atlantische Oceaan. Dit marineterrein was zo groot als een gemiddelde stad en er werkten ca. 35.000 mensen. Ook had het de faciliteiten om ruim honderd schepen te huisvesten.

Afhankelijk van de periode waarin ze uit Engeland vetrokken, kwamen de mariniers aan in de VS, via de havens van New York of via Norfolk. Gerard zat bij de lichting die via Norfolk ging (aankomst 1 juli 1945). Van Norfolk vertrokken ze met trein en trucks naar Camp LeJeune in North Carolina. Een reis van ca. 12 uur.

Foto uit Archief Marinemuseum

Over Camp LeJeune

Camp LeJeune was het beste en modernste militaire opleidingscentrum van de Amerikaanse strijdkrachten. Het paradepaardje was het Amerikaanse marinierskorps, USMC, dat met succes werd ingezet in Azië. Het “kamp” besloeg een gebied zo groot als de provincie Utrecht en bestond uit meerdere sectoren (die verbonden waren met een eigen buslijn). Het had een eigen ziekenhuis, meerdere kantines, kapper, bakker, amusementshallen, etc.

Buiten de trainingsactiviteiten kregen de mariniers af en toe verlof om naar het nabijgelegen dorp Holly Ridge te gaan. Dat was de vaste plek om de ontspanning op te zoeken, en bijvoorbeeld naar de bioscoop te gaan.

Een nieuw land bracht ook een heel nieuwe ervaring op het gebied van eten en cultuur. Hashbrowns en ham & eggs als ontbijt in plaats van dik bruin brood met een plak kaas. Verse groenten in overvloed. Maar de Nederlandse jongens maakten ook kennis met Amerikaanse sigaretten, cola en natuurlijk films en muziek. Het salaris van de modale marinier bedroeg destijds $44 per maand.

Training en opleiding

Alle mariniers kregen in eerste instantie hun basistraining, Marinier Algemeen (Functie 521; Basic Marine). Dit was de meest elementaire vorming voor mariniers in die tijd. Specialistische trainingen zouden de marinier gereed maken voor hun specifieke taak. Zoals gezegd; dat kon van alles zijn. Mitrailleurschutter, tankchauffeur, verbindelaar, kok, etc.

Vanaf 1945 verbleven en trainen de mariniers in LeJeune onder de hete Carolina-zon. Het begon allemaal met de recrutentrainingen, de bootcamp (door de Nederlanders ook wel “bloedkamp” genoemd). Dat was de individuele basistraining die je vooral fysiek beter in staat moest brengen in je verdere opleiding. Het gebied was bezaaid met moerassen en rivieren, wat een uitdagende omgeving vormde voor de mariniers. Hun training bestond uit een breed scala aan activiteiten: eindeloos hardlopen, gymnastiek, touwklimmen, bajonetvechten (CQC), hindernisbanen, wapenbeheersing en schietoefeningen. Het kader dat de trainingen gaf, waren oude beroepsmariniers, Engelandvaarders, maar ook USMC-veteranen die ‘actie hadden gezien’ in de Pacific.
De mariniers werden ook getraind in het marcheren met een gewicht van 30 kilogram op hun rug, het navigeren en kaartlezen en kompasgebruik, het leren van krijgsrecht, jungle-oorlogsvoering en tropische hygiëne. Na de individuele trainingen, gingen ze ook meer in groepen/eenheden oefenen. Hierbij leerden ze meer over tactieken, zoals manoeuvres als amfibische landingen, omsingelingen, sweepen en in groepsverband patrouillelopen. Allemaal zaken die in de praktijk zouden worden gebracht op Java. Ook zouden ze steeds vaker en meer overkoepelend gaan oefenen; dus infanterie-eenheden samen met tanks en trucks.

De trainingsroutine was intens en slopend en de mariniers werden vaak tot het uiterste gedreven. Ze werden (bewust) “baksgewijs gesloopt” om hun karakter en het esprit-de-corps te versterken. De dagen bestonden uit 16u oefening en theorie(-les), en 8u slaap/ontspanning. Een welkome afwisseling was een zogeheten ‘fieldday’, als alle barakken en het terrein moesten worden opgeruimd en schoongemaakt.

Video van de Mariniersbrigade in LeJeune, beelden van NIMH
"Vandaag weer een zware dag gehad. Eerst ongewapend vechten en worstelen. Daarna een uur infanterie-exercitie, twee uur geweer-exercitie (zittend, knielend, liggend). Vervolgens een uur gymnastiek gevolgd door een landingsoefening. De training die wij tot nu toe hebben bestond uit exercitie met geweer, velddienst, o.a. dekking zoeken, camoufleren, afstanden bepalen, luisteren naar menselijke geluiden, marsen, geweergymnastiek, Zweedse gymnastiek, judo. Verder zwemmen waarbij ik bijna verzoop, marsbepakkingen, richtoefeningen met geweer, handgranaat werpen, hindernisbaan, de zgn. steeple chase, boksen, bajonetvechten, theorie over krijgstucht en militaire discipline, geweer M1 en BAR, trainingsfilms en militaire geschiedenis."

De jonge marinier H.A. Sanders Persoonlijk dagboek

Message Center Clerk

Op 14 september 1945 start Gerard met zijn specialisatie-training.
Hij wordt opgeleid tot Medewerker Berichten Centrum.
Functie 667 volgens het USMC OBL handbook.

Opleiding tot medewerker berichtencentrum (BERSEC)

In Camp LeJeune was er een Message Center waar zij les kregen van Amerikaanse instructeurs. Ook het lesmateriaal was volledig in het Engels.

Wat is een Berichtencentrum / Message Center?
Om te begrijpen wat een Berichtencentrum was, is het goed om te weten dat de primaire manier van communicatie nog steeds per telegram verliep.
Het Berichtencentrum was verantwoordelijk voor het “administratief verwerken, beheren, opslaan en doorzenden van berichten”.

Wat is BERSEC?
Elk groot onderdeel van de Mariniersbrigade had een eigen stafcompagnie ter ondersteuning van de primaire taak van dit onderdeel. BERSEC was de Berichten Sectie (4-5 man) die verantwoordelijk was voor alles op het gebied van de telegram-afhandeling van bv. een Bataljon.

BERSEC’s en het Berichtencentrum waren onderdeel van de Verbindingsdienst (VBD) van een Bataljon. De Verbindingsdienst zou pas eind jaren ’40 een echt eigen Dienstvak worden.
Onder de Verbindingsdienst vielen ook:

  • Lijnwerkers;
  • Coders;
  • Telegrafisten;
  • De technici/reparateurs VINMATSEC (Verbindings Materiaal Sectie).

De opleiding zou 8 weken duren, maar door de druk die er was om zo snel mogelijk ingezet te worden, sluit Gerard na een maand, op 12 oktober 1945, zijn opleiding “met succes”  af.

Functie 667: Medewerker berichtencentrum
Lesmateriaal BERSEC 1/3

De bom verandert alles

Op 14 Augustus 1945 verandert alles. Amerika heeft Japan op de knieën gedwongen met twee atoombomen en Japan capituleert.
In LeJeune breekt uiteraard (vooral onder de Amerikanen) een groot feest los, met vuurwerk, muziek en een spontane parade. Maar de capitulatie zal grote gevolgen hebben voor de Nederlandse Mariniers.

Het feit wil namelijk dat de Mariniersbrigade is getraind en (zwaar-)bewapend om te vechten tegen Japan. En daar hebben “de jongens” ook voor getekend. Ineens hoefde dat niet meer, en was de Marbrig niet meer beoogd als gevechtsbrigade maar meer als gezagsbrigade. Dat was een totaal andere tak van sport, en daar waren de mariniers feitelijk niet toe uitgerust en opgeleid.

Ook werd vanaf augustus de Mariniersbrigade gehuisvest op een ander kamp: Camp Davis. De Amerikanen hadden zelf Camp LeJeune nodig, en “waren die Nederlanders nu wel zat”. Camp Davis was in alles een veel minder aangenaam kamp. Mindere faciliteiten en veel minder goede mogelijkheden om te oefenen.

Een ander opvallende gebeurtenis vond plaats op 10 september. Toen werden alle contracten eenzijdig aangepast (door de minister van Marine) van 2 naar 3 jaar.

Na de capitulatie van Japan rees ook de vraag: is een (relatief dure) mariniersbrigade wel nodig? Er is gesproken om de Mariniersbrigade op te doeken en als onderdeel toe te voegen aan het KNIL. Maar het was Lord Mountbatten die waarde hechtte aan de Mariniers, omdat zij wel degelijk andere kwaliteiten en expertise met zich meebrachten dan het KNIL. En de Amerikanen wilden de Nederlandse mariniers inzetten om te helpen met het bezetten van gecapituleerd Japan (en het beveiligen van alle Nederlandse krijgsgevangen van Japan).

Dolle Vrijdag

14 september zou voor de Mariniersbrigade de boeken in gaan als Dolle Vrijdag. De Amerikanen vonden al langer dat de Nederlanders te lang in de USA verbleven, en wilden ze eruit hebben. Ook om geopolitieke redenen: de USA keek heel anders aan tegen het kolonialisme dan Nederland, en de USA had weinig zin om de Nederlanders te trainen en verder te faciliteren in hun koloniale oorlog.

De reden dat het Dolle Vrijdag werd het genoemd, was omdat op 1 dag de volledige oorlogsbemanninglijst (OBL: wie doet wat, heeft welke functie/rang, in welk onderdeel) rond moest komen. Het was ook precies de dag dat Gerard begon met zijn specialisatie-traject, dus dit kan niet los van elkaar worden gezien. Gerard zou terecht komen bij de BERSEC, onderdeel van de stafcompagnie, van het 2e infanteriebataljon (INBAT2).

Trainingen werden er in hoog tempo doorheen gejaagd. In groot groepsverband werd zelden meer geoefend. Het was duidelijk: de Amerikanen wilden Nederland zo spoedig mogelijk eruit hebben. Er werd getraind wat kon, maar de Mariniersbrigade zou nooit de volle sterkte bereiken in de USA, zoals ooit oorspronkelijk bedacht.

Het vertrek uit Amerika

Op 1 november 1945 wordt Gerard definitief toegewezen. Hij wordt ingedeeld bij de stafcompagnie van Infanterie bataljon 2 (INBAT2/StafCo). Als Berichtencentrum Medewerker bij het BERSEC. Een maand later, op 1 december 1945, wordt hij bevorderd tot marinier der tweede klasse.

Het vertrek van de Mariniersbrigade is nu echt aanstaande. De brigade wordt over transportschepen verdeeld, en zal in twee tranches naar Azië afreizen.
Het eerste echelon, met o.a. INBAT1 zal met het eerste schip, de Noordam, vertrekken op 17 november 1945. Gerard zal reizen met het tweede grote troepentransport, de Bloemfontein. Deze vertrekt op 11 december 1945.
Aan bord nemen zij munitie mee voor anderhalf jaar, en voeding voor ca. 90 dagen. Al het grote materiaal dat meegaat is niet te vervangen, dus er gaan ook grote hoeveelheden reservemateriaal, uitrustingen en wapens mee.

1 nov: toebedeeld aan stafcompagnie inf bat 2, 1 dec: promotie tot Marinier 2e klasse

Het is december 1945 en Gerard zal over ruim 2 jaar pas weer voet aan Nederlandse grond zetten. Eerst zal zijn reis hem naar Java brengen.

Einde Hoofdstuk 1: 1945

Lees verder: Hoofdstuk 2 – Met de Mariniersbrigade naar Java. Gerard gaat met de mariniers naar Indië.

Lees verder Hoofdstuk 2